De Gouden Eeuw is de tijd van rijke kooplieden en machtige Gouverneurs, maar hoe was het leven voor de gewone man/vrouw? Konden zij ook genieten van de verkregen rijkdom uit Oost-Indië, of bleef het leven hard? Het doen en laten van onze voorouders in de 17e eeuw bespreken we hier.


Groei, groei en nog eens groei...

De bloeiende handel en de vrije manier van denken van de Republiek maakte van Amsterdam in de 17e eeuw een zeer interessante plek om te wonen. Er kwamen werkzoekenden van het platteland en uit Noord-Europa, politieke en culturele vluchtelingen vestigden zich hier vanuit de Zuidelijke Nederlanden en Portugal, iedereen was welkom.
Terwijl de welvaart in de oude Hanzesteden snel achteruit ging, groeide het bevolkingsaantal van Amsterdam in die tijd explosief: van ongeveer 60.000 in 1600 tot meer dan 200.000 inwoners in 1700. Om deze groei op te vangen moesten er snel woningen bijgebouwd worden, huizen die niet altijd van even goede kwaliteit waren.
Amsterdam had, net zoals iedere andere stad in die tijd, een stadsmuur.  Om in de steeds grotere vraag aan woningen te voorzien, barstte de stad uit zijn voegen: de westelijke wal werd een stuk opgeschoven. Voor een gedetailleerd beeld van de groei van Amsterdam, kunt u naar onderstaande animatie kijken.  U moet wel de resolutie van het filmpje zo hoog mogelijk zetten. Dit kunt u doen door op het tandwieltje te klikken.

Pakhuizen

Amsterdam werd de belangrijkste stapelmarkt van Europa, dit betekende dat het de capaciteit moest krijgen om producten vanuit de hele wereld op te kunnen slaan. De Amsterdamse pakhuizen waren de loodsen van nu.

In een dichtbevolkte stad ligt gevaar altijd op de loer, een van de grote gevaren in steden van vroeger was brand. Dat zien we terug bij bijvoorbeeld de grote brand in Rome in 64 n.Chr., waarbij ruim twee derde van de stad in vlammen opging, of de brand in Amsterdam in 1452, die maar een kwart van de stad gespaard hield. Beide rampen hadden hetzelfde resultaat: er werd besloten brandveiliger te gaan bouwen, door middel van het vervangen van riet en hout voor baksteen. Dit is dan ook de reden dat haast ieder pakhuis van steen gemaakt is en daarom dezer dagen nog steeds te bewonderen.

Schilders

Zoals u waarschijnlijk al weet, was de Gouden Eeuw ook een bloeiperiode voor cultuur, met als hoogtepunt zijn grote hoeveelheid talentvolle schilders. Wie kent Rembrandt van Rijn niet? Wilt u zich daar toch nog verder in verdiepen? Ga dan naar onderstaande website.

Wanneer u hierover meer wilt weten, kijk dan op http://rvr.jouwweb.nl/

Ongelijkheid

Zoals reeds bekend ervoer de Republiek in de 17e eeuw een sterke economische groei, de ontstane welvaart was echter niet voor iedereen te voelen. Het grote geld werd in die tijd natuurlijk verdient in de koopvaardij, het vervoeren en doorverkopen van producten, vaak specerijen uit Oost-Indië. Wat voor die tijd uniek was, was dat niet alleen de hoge heren van de VOC hier aan verdienden: via aandelen kon 'de gewone man' na tien jaar ook profiteren van de winsten van de VOC. 

Mode

Men kleed zich naar zijn geld, door de tijd is dat altijd zo geweest. Kleding staat voor je stand, het is een manier om aanzien te verdienen. Maar welke soort kleding dat doet, verandert constant. Hier een paar punten waar een man met vermogen in de Gouden Eeuw niet omheen kon.

Na de 16e eeuw, een tijd waarin kleding vaak zo strak en stijf moest zijn dat het aan een harnas deed denken, veranderde de trend in de 17e eeuw: kleding mocht losser en eleganter worden. Dit was onder andere te zien bij de kraag.

Wie aan Willem van Oranje denkt - een van de kopstukken van de 16e eeuw - ziet al snel zijn grote kraag voor zich. Deze soort kraag, plooi- of molensteenkraag genoemd, was toen erg in de mode. Hij belemmerde de bewegingsvrijheid en verplichtte mannen hun haar kort te dragen. In de 17e eeuw bleef een witte kraag populair, maar veranderde de vorm ervan. De kragen werden dunner en meer naar onder gericht, waardoor langer haar ook toegankelijker werd.

  • In de voornamelijk gereformeerde Republiek werd zwart de 'kleur' voor wie ernst en soberheid wilde uitstralen. Dit werd dé look voor regenten en rijke kooplieden

Op de afbeelding is Jacob de Witt te zien, vader van Johan en Cornelis de Witt en burgermeester van Dordrecht.

 

Wilt u meer weten over de 17e eeuwse modetrends? Klik dan op de volgende link:

http://modebloggoudeneeuw.jouwweb.nl/

Allerdaags eten en drinken 

Ook aan de dagelijkse voeding was je welvaart af te lezen. Voor wie arm was, bestonden de meeste maaltijden uit melk en roggebrood. 's Avonds werd er soms gekozen voor warme roggepap. Rogge was in die tijd goedkoper dan graan, waarvan ook al witbrood gemaakt kon worden. Zo was witbrood een van de luxegoederen van de rijken. Verder privileges waren bijvoorbeeld geregeld vlees opdienen en de specerijen en dranken uit Oost-Indië. Peper, nootmuskaat en later ook koffie en thee werden voor hoge prijzen verkocht. Het zou nog tijden duren voordat Koffie en thee ook favoriete volksdranken  zouden worden.
Groente en fruit werd nog nauwelijks gegeten, het zouden veroorzakers van ziektes als de pest kunnen zijn.
De meest gedronken drank in de eeuw was bier. Omdat het meeste water nog vol van ziektes zat, was het redelijk steriele bier een uitkomst. Van jongs af aan werd er dus al bier geconsumeerd, wat net als roken nog doodnormaal was. 

Een kind dat, aangemoedigd door volwassen, aan een pul bier begint